02-09-2022

Brief Samenwerkingsverband aan commissie J&V d.d. 31 augustus 2022

 

31 augustus 2022                                                    PER E-MAIL

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

T.a.v. Vaste Commissie Justitie en Veiligheid

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

 

 

Geachte leden van de Vaste Commissie J&V                      

                   

Betreft      Schriftelijke Inbreng 1 september 2022 - IGJ Onderzoek naar “Kwaliteit van Feiten-

                            onderzoek rond de aanvraag van machtigingen voor UHP", juni 2022 (31839-856)

 

  1. De conclusies van bovenstaand rapport zijn verontrustend, maar nog steeds een zwak aftreksel van de werkelijkheid: “De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kreeg vanuit ouders, jeugdigen en kinderrechters signalen dat de kwaliteit van deze onderbouwing mogelijk te wensen overliet. … In geen enkele casus was het feitenonderzoek volledig op orde.” De IGJ heeft slechts de kwaliteit van het feitenonderzoek rond 45 gedwongen uithuisplaatsingen onderzocht.
  2. In 2017-2018 heeft de Belangenvereniging IKZ ( https://bvikz.nl/) 362 individuele dossiers zorg-vuldig geanalyseerd, en aanbevelingen opgesteld voor de ondersteuning van deze ouders en kinderen. Voornamelijk als gevolg van de schijnvertegenwoordiging door het LOC is dit rapport in een diepe bureaula verdwenen. Stichting KOG ( https://www.stichtingkog.info) heeft negen vrijwilligers die ouders ondersteunen. Als een van de negen vrijwilligers ondersteun ik ±250 Kinderen-Ouders-Grootouders per jaar. BVIKZ en Stichting KOG zijn slechts twee van de vier kernleden van het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg (het SWV). Wij onder-steunen gezamenlijk enkele duizenden kinderen en (pleeg-, groot-, gezinshuis- en biologische) ouders per jaar. De harde werkelijkheid: vrijwel geen enkele medewerker van de Ketenpart-ners (de wijkteams, VT, de Raad, en de Gecertificeerde Instellingen) doet ook maar aan enige vorm van feitenonderzoek, laat staan “Adequaat Feitenonderzoek”.
  3. Bovenstaande kan niet komen als een verrassing. Zoals wij u in juni 2018 reeds hebben laten weten, was het door uw Kamer goedgekeurde “Actieplan Verbetering Feitenonderzoek” nooit bedoeld om ook enige noemenswaardige verbetering door te voeren. In de tussentijdse eva-luatie door DSP van april 2020 [ https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/2448] stond reeds, dat nauwelijks enige voor ouders waarneembare vooruitgang was geboekt. Volgens de samenvatting van het DSP rapport is tot dusver “vooral ingezet op landelijke activiteiten van de betrokken organisaties en landelijke (beleids)instan-ties. Daarmee zijn voorbereidingen getroffen en is draagvlak gecreëerd, maar zijn nog beperkt activiteiten ingezet gericht op de werkvloer, in de regio’s. De daadwerkelijke implementatie op de werkvloer zal plaatsvinden in de volgende fase in 2020 en 2021. Dat betekent dat op dit mo-ment resultaten maar heel beperkt kunnen worden verwacht van actiepunten op de werk-vloer.” In de conclusie (par. 6.1.) staat dan ook dat begin 2020 achttien van de eenentwintig acties zijn “opgepakt”, maar slecht drie zijn gerealiseerd.
  4. Als voorzitter van de cliëntenraad (CR) van Bureau Jeugdzorg Limburg (BJL) tussen 10 april 2019 en 2 september 2021 kan ik u garanderen, dat er niets is gedaan om de situatie te verbeteren.
  5. Waarom is er niets bereikt? Omdat het Ministerie van Justitie de opdracht tot de uitvoering van het Actieplan heeft uitbesteed aan een werknemer van het Ministerie. Mevrouw W. Helmich heeft eind 2018 snel ontslag genomen, haar eigen “Interim en Advies” bureau opgezet ( https://www.willemijnhelmich.nl/), en er vervolgens alles aan gedaan om de status quo (geen feitenonderzoek) te handhaven. Op 3 februari 2020 was er in Amersfoort een grote “kick-off bijeenkomst” over de “Praatplaten”: een van de vele nietszeggende actielijnen van het Actieplan. Samen met het Hoofd Juridische Zaken en Beleid van BJL ben ik (als voorzitter van de CR) met nog ruim 150 andere professionals naar Amersfoort gegaan. De Praatplaten zijn op geen enkele wijze besproken!
  6. Geen wonder dat mevrouw Willemijn Helmich vier maanden later is bevorderd tot “kwartier-maker” Zorg voor de Jeugd en Gezin. In die hoedanigheid was ze verantwoordelijk voor het ontwerpen van het “Toekomstscenario”. Uit de online consultatie procedure blijkt als geza-menlijke kritiek van vele betrokkenen, dat (1) cliënten meer betrokken moeten worden, en (2) de rechtsbescherming van ouders en jeugdigen volstrekt onvoldoende is gewaarborgd. Sterker nog: de afgelopen vier jaar heeft het SWV alle facetten van de jeugdzorg nauwkeurig in kaart gebracht. Daaruit blijkt ten eerste, dat ouders op geen enkele wijze worden betrokken (zie volgende alinea), en ten tweede geen enkele vorm van rechtsbescherming genieten. In Nederland bestaat geen objectief “klachtrecht”, moeten ouders en jeugdigen het doen met tuchtrecht (de bekende “slager die zijn eigen vlees mag keuren”), en worden rechters beperkt door de wetsfictie van artikel 3.3 Jeugdwet. Tot slot wordt de rechtspositie van hun wettelijke vertegenwoordiger (de cliëntenraden) ernstig ondermijnd door de nieuwe WMCZ 2018 (mede ondersteund door de schijnvertegenwoordiger van ouders en jeugdigen, het LOC).

Schijnvertegenwoordiging

  1. Verder stelt de IGJ in haar samenvatting: “Als rode draad voor verbetering ziet de inspectie in de eerste plaats de samenwerking met ouders en jeugdigen in het gehele traject. Zij moeten beter betrokken worden bij de besluitvorming”. Deze aanbeveling (van de IGJ als onderdeel van het Ministerie) wordt gefrustreerd door de subsidiëring door her Ministerie van het LOC. Het LOC pretendeert reeds sinds 2013, dat het cliëntenraden ondersteunt, maar is de facto de belangenbehartiger van een grote groep ZZP-ers die werkzaam zijn voor de Ketenpartners. In de jeugdzorg was hun eerste grote destructieve actie, het zogenaamd namens ouders mede ondersteunen van het nietszeggende Actieplan Verbetering Feitenonderzoek. Wij hebben uw kamer hiervan reeds in 2018 op de hoogte gesteld. De afgelopen twee jaar heeft het LOC een actieve rol gespeeld bij het monddood maken van cliëntparticipatie bij BJL. Het LOC heeft ook vele cliëntenraden misleid om de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden te benoemen tot geschillenbeslechter onder de nieuwe WMCZ 2018. Op 2 september 2021 heeft het SWV een formele klacht ingediend bij het Ministerie van J&V wegens subsidiefraude door het LOC. Ook met dit laatste is niets gebeurd.
  2. Op 13 mei j.l. hebben de heren Daan de Neef en Ruud Verkuijlen bij de persoonlijke assistent van minister Weerwind aangedrongen op een gesprek met het SWV. Het is veelzeggend dat dit gesprek tot op heden niet heeft plaatsgevonden.
  3. Wij roepen u op om met echte oudervertegenwoordigers in gesprek te gaan, en de aanbevelingen van het LOC in hun brief van 29 augustus te negeren.

Hoogachtend,

 

 

mr Alfred Groenen MCL/MBA/MBI

Clavecymbelstraat 41, C-07

6217 CR Maastricht

 

Namens het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg:

• Belangenvereniging IKZ, t.a.v. mevr Vera Hooglugt (voorz.), info@bvikz.nl;

• Stichting KOG, t.a.v. secretariaat KOG, Koninginneweg 90, 2012 GR Haarlem, kog@upcmail.nl;

• Stichting Passage, dhr Sipke Baarsma, Muzenplein 113, Den Haag, passage@stichtingpassage.eu;

• Stichting Vader Kennis Centrum, Peter Tromp, secretariaat@vaderkenniscentrum.nl

20-07-2022

Jeugdzorg mag toezicht houden op zichzelf

FTM

Het aantal gezinshuizen groeit explosief. Gezinshuiszorg is kleinschalige jeugdzorg waarbij doorgaans twee gezinshuisouders in hun eigen huis 24 uur ...

08-07-2022

...dat het uitgangspunt bij uithuisplaatsing moet zijn: samen,

Tweede Kamer neemt motie aan: in wet verankeren samenplaatsing voor broertjes en zusjes

14-03-2022

Brief voor de (aanstaande) gemeenteraadsleden; zie ook in Correspondentie de brief van KOG aan Renske Leijten

Geschreven door Nico Mul (en Tjebbe Strubbe). Past u aan wat voor u anders is.

26-06-2023

O.a. NRC meldt:

 „schending van enkele fundamentele kinderrechten”, onder andere op het gebied van jeugdzorg en jeugdbescherming. Nederland stond vorig jaar nog vierde op de ranglijst en is nu gezakt naar plaats twintig.

15-04-2022

De aanvaardbare termijn bij uithuisplaatsing (Nieuwsbrief Jeugd 14 april 2022)

Begrip ‘aanvaarbare termijn’ in Richtlijn Uithuisplaatsing herzien

Professionals ervaren de ‘aanvaardbare termijn’ voor een beslissing over de toekomst van een uithuisgeplaatst kind in de Richtlijn Uithuisplaatsing soms als een voorschrift in plaats van als een voorbeeld. Dat komt door de manier waarop de aanvaardbare termijn in de richtlijn geformuleerd is. Daarom wordt die formulering aangepast in de nieuwe versie van de richtlijn waar de beroepsverenigingen NIP, NVO en BPSW en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) aan werken.

https://www.nji.nl/nieuws/begrip-aanvaardbare-termijn-in-richtlijn-uithuisplaatsing-herzien

09-04-2022

Trouw schrijft op 8 april 2022 over "De Jeugdzorgtapes"

"Uit de Jeugdzorgtapes blijkt zonneklaar de onmacht van Het Systeem" - Trouw

Hoe Jojanneke en de jeugdzorgtapes te ondergaan? Dat zal erg afhangen van waar je werkt, en of je zelf met jeugdzorg te doen hebt gehad En of die  ...

14-12-2021

Cijfers van Defence for Children

Het kinderrechtenjaar 2020 in cijfers

Defence for Children en UNICEF vragen bij de overheid jaarlijks cijfers op die inzicht geven in de stand van zaken van kinderrechten in Nederland. Het jaar 2020 is getekend door de coronacrisis die op álle kinderen en jongeren in ons land een aanzienlijke impact had. Het rapport bestaat uit zes onderwerpen. De cijfers en meer informatie daarover leest u hier.

10-02-2021

Emotioneel gevangen, over ouderverstoting

Monique Meulemans schrijft in 2020 boek "Voor iedereen die te maken heeft met ouders en kinderen in scheidingssituaties"
Vaak krijgen ouders met jeugdzorg te maken in wat dan heet een vechtscheiding. In dit boek onderzoeken naar bijv. effectiviteit van gedwongen communicatie.

16-01-2022

Rapport ouderverstoting

Ook bij uithuisplaatsingen soms ouderverstoting

11-02-2021

'Voorkom ouderverstoting door inzet van specialist'

Van het Nederelands Jeugd Instituut

16-01-2022

Dossiers worden graag geheimgehouden

Als je niet wilt laten lezen, weet je dan (dus?) dat je geen goed werk hebt geleverd?

30-07-2021

Perspectiefbesluit bij uhp; zie ook KOG aan Inspectie in Correspondentie 2022: na bijna 1 jaar, 2 schriftelijke herinneringen en 2 telefoongesprekken min of meer beantwoord.

Op 28 juli 2021 belde Nico Mul KOG met het onderstaande. Het was totaal nieuw voor ons. En dat is niet zo gek, want ouders krijgen hierover niets te horen.
Het is verschrikkelijk, vergelijkbaar met “Kinderen uit huis geplaatst om bedrijfseconomische redenen.”
(Kinderen gesloten geplaatst om bedrijfseconomische redenen, aldus de Inspectie in Signalement van de Inspectie Jeugdzorg over gesloten jeugdhulp
Augustus 2015

Googelt u   www.inspectiejeugdzorg.nl, daarin Nieuws (5 oktober) en vervolgens het pdf-bestand onderaan. Alleen daarin komen de bedrijfseconomische redenen voor.)

Maar nu dus het schokkende nieuws van Nico Mul, over het perspectief besluit dat te vinden is op  deze pagina .

Hieronder de begeleidende tekst over dit perspectief besluit van Nico Mul.

 

Het perspectiefbesluit in de jeugdbescherming

Realiseer een rechtspositieregeling voor ouder(s) en kind en toets het ingrijpende perspectiefbesluit altijd bij de kinderrechter. Dat is de kernboodschap van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in het advies over het perspectiefbesluit in de jeugdbescherming.

Wat is een perspectiefbesluit?

Als een kind ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling, kan de kinderrechter de maatregel van ondertoezichtstelling in combinatie met een uithuisplaatsing uitspreken. In dat geval coördineert de jeugdbeschermer van een Gecertificeerde Instelling (GI) de noodzakelijke hulp en steun voor het gezin met als doel de ontwikkelingsbedreiging op te heffen.

Na verloop van tijd neemt de GI een besluit over de vraag of het kind weer thuis kan gaan wonen bij zijn ouder(s), of (blijvend) ergens anders zal opgroeien. Dit besluit heet het perspectiefbesluit.

Wat zijn de gevolgen van het perspectiefbesluit?

Als het perspectief volgens de GI niet meer bij de ouder(s) ligt, heeft dit grote gevolgen voor de ouders en het kind. Zij zullen elkaar minder vaak zien. In de praktijk vermindert de omgang tussen ouders en kind na het perspectiefbesluit. De hulpverlening aan ouders en kind verandert ook. De hulpverlening aan ouders zal zich niet meer richten op de thuisplaatsing, maar op het invullen van de rol van ouder op afstand.

De hulpverlening aan het kind is gericht op een toekomst ergens anders dan bij ouders, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Ouder(s) en kind kunnen niets doen tegen dit perspectiefbesluit. Er is geen mogelijkheid om het perspectiefbesluit (bij de rechter) ter discussie te stellen.

In het advies signaleert de RSJ enkele knelpunten met betrekking tot het perspectiefbesluit, wat zijn deze knelpunten precies?

De RSJ signaleert drie knelpunten bij het perspectiefbesluit:

  1. Ouders en kind hebben geen mogelijkheid om het perspectiefbesluit door de kinderrechter te laten toetsen, bijvoorbeeld wanneer zij het niet eens zijn met het genomen perspectiefbesluit. Het perspectiefbesluit wordt pas besproken bij de kinderrechter op een zitting over de (verlenging van de) ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Het kan (soms) maanden duren voordat deze zitting plaatsvindt. Intussen heeft het perspectiefbesluit tot ingrijpende wijzigingen (in de hulpverlening) geleid.
  2. Ouders en kind worden soms wel, maar soms ook onvoldoende betrokken en gehoord bij de besluitvorming rondom het perspectiefbesluit. Ouders en kind lijken ook onvoldoende op de hoogte van het perspectiefbesluit en de gevolgen van dit besluit.
  3. Als het perspectief volgens de GI niet meer bij de ouders ligt, verandert de hulpverlening zodanig dat de hulp en steun aan de ouders en het kind niet meer gericht is op ‘terug naar huis’. Dit is in strijd met het doel van de maatregelen van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.

Waarom is een rechtspositieregeling zo belangrijk?

Het perspectiefbesluit heeft grote gevolgen voor het privéleven en familie- en gezinsleven van de ouders en het kind. De RSJ is van mening dat ouders en het kind betrokken en gehoord moeten worden bij de besluitvorming rondom het perspectiefbesluit. Een dergelijk ingrijpend perspectiefbesluit moet altijd getoetst worden door de kinderrechter.

Wat denkt de RSJ dat moet veranderen aan de huidige situatie?

Om de rechtspositie van ouders en kinderen en de rechterlijke toetsing te realiseren adviseert de RSJ het perspectiefbesluit wettelijk vast te leggen. Meer specifiek adviseert de RSJ dat het besluit (dat inhoudt dat terugkeer naar huis niet meer mogelijk is) binnen drie maanden wordt getoetst bij de kinderrechter. Dan kan ook geregeld worden wie het besluit neemt, hoe het wordt gemotiveerd en op welke wijze ouders en kind hierbij betrokken worden.

Zie ook

Adviezen