Aan mevrouw Simone Kukenheim, wethouder Jeugd van de gemeente Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Haarlem, 18 november 2019
Zeer geachte mevrouw,
Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders is een landelijke stichting door en voor (groot)ouders van een onder toezicht gesteld, uit huis geplaatst of weggelopen kind. Wij informeren en adviseren ouders die te maken hebben of krijgen met jeugdzorg. KOG is sinds de oprichting in 1990 ononderbroken actief geweest.
Wij hebben vernomen dat de kosten van jeugdzorg ook in Amsterdam de pan uit rijzen.
Door de informatie die wij van ouders krijgen, weten wij van een lek in de subsidiekraan: soms jarenlange bekostiging van ondertoezichtstellingen waarin geen werk wordt geleverd. Rechters verlengen de ots op basis van door de gecertificeerde instelling aangeleverde informatie. Dit is geen werkelijke toetsing van nut en noodzaak van de ots: artikel 3.3 Jeugdwet levert een wetsfictie op: de GI zou immers "de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aangevoerd" hebben.
Doordat soms van jaar op jaar een ots in stand blijft zonder dat de onder toezicht gestelde kinderen daarvan profiteren, geeft de gemeente veel geld uit dat besteed zou kunnen worden aan specialistische hulp.
Gedetailleerder toetsing door de gemeente op casusniveau zou geld vrijmaken voor werkelijke hulp aan kinderen en hun gezinnen.
De Hoofdinspecteur Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd schrijft in haar rapport van 8 november 2019 op pag. 3: "Het ontbreekt aan voldoende deskundig personeel om deze intensive care van de samenleving te bemensen. Ook is er een ernstig tekort aan specialistische hulp die nodig is om de ontwikkelingsbedreiging van kinderen weg te nemen."
Pag. 25: "Daarnaast vinden de inspecties dat de gecertificeerde instellingen te veel berusten in de bemoeienis van gemeenten rond de indicatiestelling. De inspecties zijn van oordeel dat het spanningsveld tussen doorzettingsmacht van de gecertificeerde instellingen, daar waar het gaat over in te zetten hulp, en de financiële afhankelijkheid van de gemeente voor de eigen financiering, een negatief effect heeft op de kwaliteit van de hulp.
De huidige financieringssystematiek leidt ertoe dat de gecertificeerde instellingen onvoldoende hun verantwoordelijkheid kunnen nemen."
En op pag. 26: "Zorg ervoor dat rechterlijke uitspraken worden uitgevoerd. Dit betekent dat de gemeente zorgt voor tijdige beschikbaarheid van deze opgelegde jeugdhulp en dat de gecertificeerde instellingen de gemeenten informeren over problemen hierbij. Denk bijvoorbeeld met de jeugdbeschermer of jeugdreclasseerder mee om maatwerk mogelijk te maken. Zodat door kinderrechters en/of jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders noodzakelijk geachte hulp, zonder vertraging beschikbaar komt.
"¢ Gemeenten: Stel verwijzingen of indicaties van jeugdbeschermers of jeugd- reclasseerders niet ter discussie. Het overleg dat op casusniveau plaatsvindt over de noodzakelijke hulp mag niet zijn ingegeven door (financiële) tekorten."
Wij zijn uiteraard bereid het bovenstaande toe te lichten en mee te denken over de meest effectieve vorm van gemeentelijke toetsing. Wij hopen op een spoedige reactie.
Met vriendelijke groet,
(T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)
In kopie aan de gemeenteraad van Amsterdam
Op 2 november hebben wij een rappel gestuurd.
Dan moet er dus een inschatting gemaakt worden van ALLE kinderen. Lees hieronder de brief van KOG van 3 januari, daarna helemaal onderaan de reactie van het Nji van 17 februari , en dan weer naar boven de reactie op de reactie van 23 februari.