Brief aan commissie voor justitie (zie 2)
Aan de Voorzitter van de Commissie voor Justitie van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Mevrouw M.L. de Pater-van der Meer,
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Haarlem, 20 juli 2007
Geachte Mevrouw,
Op 31 januari 2007 heeft stichting KOG een brief aan de heren Balkenende, Bos, Rouvoet en Wijffels gestuurd, met kopie aan de Commissie voor Justitie. Na ontvangstbevestiging hebben wij op 15 februari gevraagd aan de Minister-President wanneer wij een inhoudelijke reactie konden verwachten, heden hebben wij deze vraag herhaald.
Ik leg onze aanbeveling bij u neer (kopie van de brief van 31 januari bijgesloten).
Met name wanneer het gaat om maatregelen van kinderbescherming menen ouders vaak dat de gesloten deuren van de rechtszaal eerder de werkwijze van de organisaties afschermen van openbaarheid dan hun privacy beschermen. Openbaarheid zou de norm moeten zijn en gesloten deuren uitzondering. De rechter zou tot deze uitzondering kunnen besluiten op verzoek van ouder of kind ter bescherming van hun privé-leven; niet op verzoek van instanties: hun privé-leven is niet aan de orde maar hun beroepsmatig handelen.
Openbaarheid is de goedkoopste manier van controleren!
Ik verzoek u deze kwestie in de Commissie voor Justitie te bespreken.
Met gevoelens van hoogachting,
(Drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)
In kopie aan mevrouw K. Arib, ondervoorzitter van de Commissie voor Justitie