De belangrijkste reden van de beschermingsmaatregelen was dat ouders het niet eens konden worden over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de ernstige strijd die er tussen de ouders was. Na de uithuisplaatsing heeft de stichting niet meer serieus onderzocht of er mogelijkheden waren om [dochter 1] bij de moeder te laten opgroeien.
en ook:
Uit het rapport van de raad blijkt dat de bedreiging van de ontwikkeling van [het kind] bestaat uit de huidige emotioneel onveilige opvoedingssituatie. [het kind] is onderwerp van de echtscheidingsstrijd tussen de ouders. Zij is nog erg jong en volledig afhankelijk van haar verzorgers en opvoeders. Indien niet tijdig een halt wordt toegeroepen aan de bestaande emotionele onveiligheid zal dit naar verwachting op langere termijn leiden tot sociaal-emotionele problemen, loyaliteits- of hechtingsproblematiek. De ouders zijn er niet in geslaagd om rust in hun onderlinge verhouding als opvoeders te scheppen. Er is geen communicatie tussen de ouders.
4.5Gebleken is voorts dat gedurende de uitvoering van de ondertoezichtstelling een moeizame samenwerking tussen de ouders en de gezinsvoogd is ontstaan. Er is strijd op alle fronten. De ouders laten zich niet begeleiden en sturen in het belang van [het kind]. ...
Ten aanzien van de opvoedingssituatie bij de vader is de afstemming van de vader op [het kind] een aandachtspunt. ...
Ten aanzien van de opvoedingssituatie bij de moeder dient de moeder [het kind] te stimuleren in haar contact met de vader en haar het gevoel te geven dat het goed is dat de vader ook belast is met de zorg en opvoeding.
4.6De raad acht ouderschapsbemiddeling van["¦] nodig om rust in de opvoedingssituatie te scheppen, evenals de voortzetting van een persoonlijke begeleiding van beide ouders. De bedreiging van de ontwikkeling van [het kind] kan niet op een andere manier dan met een ondertoezichtstelling worden weggenomen. Hulpverlening rondom het ouderschap is in een eerder "“ vrijwillig "“ stadium niet van de grond gekomen. De ouders stellen ieder voor zich eisen en voorwaarden die het opstarten, effectueren en stabiliseren van de hulpverlening belemmeren. [het kind] dreigt klem of verloren te raken tussen de ouders. Er was tijdens het onderzoek door de raad geen zicht op een gezamenlijke oplossing. De ouders bleken niet in staat tot een constructieve communicatie met betrekking tot de opvoeding van [het kind] en niet bij machte om in het belang van [het kind] op een adequate en effectieve wijze afspraken te maken die haalbaar en werkbaar zijn. Zij hebben tweemaal relatietherapie ingezet en vroegtijdig weer afgebroken. Mediation is niet gerealiseerd, ondanks dat beide ouders daarvoor openstonden. De moeder heeft weinig vertrouwen in de uitkomsten van ouderschapsbemiddeling. De vader acht de wachtlijst van vier maanden onaanvaardbaar. Nu de houding van de ouders onveranderd is gebleven, is een oplossing in het vrijwillig kader niet haalbaar. GHARL 2014 9501 (OTS in hoger beroep gehandhaafd)