Daarnaast vindt de rechtbank het noodzakelijk dat de vader gaat werken aan zijn persoonlijke problematiek. De kinderrechter acht het positief dat de vader zich onlangs vrijwillig
heeft laten opnemen in een GGZ-instelling. De kinderen hebben recht op een vader die goed in zijn vel zit. De GI heeft voor een goede beoordeling van de mogelijkheden om de zorgregeling met [het kind] te herstarten informatie nodig van de vader en zijn behandelaars over de diagnose die bij de vader is gesteld, de ingezette behandeling, de duur van de behandeling en de prognose.
De rechtbank merkt in dat kader ten overvloede op dat de behandelaren, ook zonder toestemming van de vader en met doorbreking van hun medisch beroepsgeheim, op grond van artikel 7.3.11, lid 4, van de Jeugdwet gehouden zijn de GI alle informatie te verstrekken die voor de GI noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling uit te voeren en meer specifiek te kunnen beoordelen of en zo ja op welke manier omgang tussen [het kind] en de vader mogelijk is.Ga terug