Geen bekrachtiging schriftelijke aanwijzing: niet concreet genoeg |
Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting kan echter naar het oordeel van de kinderrechter de schriftelijke aanwijzing niet worden bekrachtigd. Weliswaar onderschrijft de kinderrechter de noodzaak om passende hulpverlening voor [minderjarige] in te zetten, maar de schriftelijke aanwijzing is niet concreet genoeg om deze zonder meer te bekrachtigen. Een bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing zal er mogelijk toe leiden dat de onderlinge verhoudingen tussen de [minderjarige] , de ouders en de gecertificeerde instelling nog meer op scherp komen te staan. Dit acht de kinderrechter thans niet in het belang van [minderjarige] .
De kinderrechter wijst erop dat zolang sprake is van een ondertoezichtstelling van [minderjarige] , de gecertificeerde instelling de door de rechtbank gegeven opdracht uitvoert om daaraan invulling te geven. De ouders dienen medewerking te verlenen aan de uitvoering van de ondertoezichtstelling door de gecertificeerde instelling. Daarbij kan het geven van een schriftelijke aanwijzing een noodzakelijk middel zijn, maar voor bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing dient deze naar het oordeel van de kinderrechter zodanig concreet te zijn dat duidelijk is wat van de ouders en/of de minderjarige wordt verwacht. De kinderrechter adviseert de gecertificeerde instelling de aan de moeder en [minderjarige] te geven aanwijzing(en) stapsgewijs te geven, zodat duidelijk is wat concreet van hen wordt verwacht. Vervolgens kan de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing worden verzocht. Daarbij dient de gecertificeerde instelling de door haar gestelde zorgen te specificeren, zodat duidelijk is waarom de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is. De kinderrechter wijst er in dit kader op dat de ouders en de gecertificeerde instelling in het belang van [minderjarige] op een constructieve manier dienen samen te werken.