Geen verlenging OTS: ouders regelen het zelf |
Ter zitting in hoger beroep heeft de GI aangegeven op dit moment geen visie te hebben voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en met de handen in het haar te zitten. Daarbij ziet het hof dat de moeder voldoende in staat is om de hulpverlening zelf in te schakelen met behulp van het netwerk aan (professionele) hulpverleners en medici om haar heen.
5.11
Gelet op het voorgaande zal het hof het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling te verlengen, per datum van de onderhavige beschikking afwijzen en de bestreden beschikking in zoverre vernietigen.
5.12
Ten overvloede overweegt het hof dat de ouders gezamenlijk het gezag hebben over de kinderen. Van hen mag worden verwacht dat zij samen zullen optrekken in het belang van de kinderen, ook zonder betrokkenheid van de GI. De vader is een geïnteresseerde vader die in het belang van de kinderen de kans dient te krijgen om bij hen betrokken te zijn en contact met hen te kunnen aangaan. De kinderen moeten de gelegenheid krijgen om ook met hun vader op te groeien. Van de moeder wordt verwacht dat zij zich hiervoor optimaal inzet.
Ten aanzien van zaak met zaaknummer 200.322.486/01.
5.13
Het hof overweegt ten aanzien van de omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige 2] als volgt.
Ter zitting in hoger beroep is komen vast te staan dat [minderjarige 2] en de vader elkaar om de week op zondagochtend bellen. Als gevolg van angsten bij [minderjarige 2] ten aanzien van de vader, bellen zij sinds januari 2023 zonder beeld. Desondanks zijn de ouders in staat gebleken hierover te overleggen en de telefoonverbinding iedere twee weken op een gepast moment tot stand te brengen. Gelet op dit reeds bestaande onderlinge overleg, acht het hof de ouders in staat om in gezamenlijk overleg het bellen ook weer terug uit te breiden naar het bellen met beeld, op geleide van de mogelijkheden van [minderjarige 2] . Indien nodig kan de sinds kort betrokken instantie Levvel hierin bijdragen. Op den duur kan worden gekeken of deze belmomenten in aanwezigheid van een hulpverlener kunnen worden begeleid, zonder aanwezigheid van de moeder.
Gelet op de angsten van [minderjarige 2] tegenover de vader, haar trauma’s en de tot noch toe ontbrekende daarop gerichte hulpverlening, ziet het hof aanleiding de door de rechtbank bepaalde omgangsregeling die gericht is op fysieke omgang te vernietigen. Wel zal het hof het tweewekelijkse bellen, zoals dat nu al plaatsvindt, in het belang van [minderjarige 2] (opnieuw) vastleggen in deze beschikking.