Het voorgaande laat onverlet dat de kinderrechter het van groot belang vindt dat het contact tussen [minderjarige] en de ouders hersteld wordt en in stand blijft, zeker gezien zijn jonge leeftijd. De regeling van één uur per week is aan de magere kant, zonder dat het duidelijk is waarom dit in het belang van [minderjarige] zou zijn. Deze situatie kan niet langer voortduren. De ouders hebben telkens aangegeven graag contact te willen met [minderjarige] en een band met hem op te willen bouwen. Het is van groot belang dat de ouders [minderjarige] kunnen blijven zien en dat er onderzoek gedaan kan worden naar zijn toekomstperspectief. Er is nu geen informatie dat de situatie van ouders is veranderd, ten goede of ten kwade. De kinderrechter zal de omgangsregeling voorlopig beperkt uitbreiden, nu het in het belang van [minderjarige] wordt geacht om contact te hebben met zijn ouders en een band op te kunnen bouwen met hen. Omdat informatie over het belang van [minderjarige] en de situatie van de ouders van groot belang is voor het bepalen van een adequate omgangsregeling, zal de kinderrechter de zaak spoedig op zitting laten zetten. In de tussentijd breidt de kinderrechter de regeling voorlopig beperkt uit. De kinderrechter ziet – alles overwegende – tevens aanleiding over te gaan tot het ambtshalve opleggen van een dwangsom om de nakoming van de omgangsregeling tussen de ouders te bevorderen.