Hof Den Bosch op 4 december 2014: gehecht in pleeggezin is niet einde van het verhaal |
Gelet op al het voorgaande is het hof van oordeel dat het aan de stichting is om een open visie te houden op het perspectief van [dochter 1], te meer nu uit ontwikkelingspsychologisch onderzoek is gebleken dat het gegeven dat een kind een veilige hechtingsrelatie is aangegaan met zijn verzorgers, niet zonder meer in de weg hoeft te staan aan een (geleidelijke) thuisplaatsing bij zijn of haar ouder(s). De stichting zal derhalve alle mogelijkheden in ogenschouw moeten blijven nemen, zijnde "“ voor zover thans van belang "“ voortzetting van het verblijf in het pleeggezin, dan wel thuisplaatsing bij de moeder.
De stichting dient haar taak in het kader van de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing dan ook ruim te blijven opvatten, in die zin dat de in het kader van die maatregelen aangeboden hulpverlening onder de gegeven omstandigheden gericht dient te zijn op thuisplaatsing bij (een van) de ouders. De stichting heeft ter zitting toegezegd te zullen blijven investeren in de verbetering van de ouderschapsrelatie tussen de ouders. Het hof acht in dit kader van belang dat de stichting het initiatief neemt in het begeleiden van de ouders naar de daarvoor geschikte hulpverlening.