Kijk uit met geluidsopname waar de gesprekspartner niet van wist

Toelaten geluidsopname en transcriptie

5.1.

Het hof zal allereerst een beslissing nemen over de vraag of de door de ouders ingediende geluidsopname en transcriptie, van een gesprek dat de ouders hebben gehad met [D] , aan het dossier zal worden toegevoegd. Door de GI is gesteld dat deze geluidsopname zonder toestemming is gemaakt.
Het hof stelt voorop dat een heimelijk gemaakte gespreksopname in beginsel onrechtmatig is verkregen. Degene die een geluidsopname wil maken van een gesprek dient hiervoor vooraf en aan alle gesprekspartners goedkeuring te vragen. Zowel Bureaus Jeugdzorg alsook landelijk werkende instellingen zoals ook de raad hebben hier richtlijnen voor, en staan het opnemen van gesprekken onder voorwaarden toe.

Openbaarmaking van een heimelijk gemaakte geluidsopname aan de civiele rechter is niet per definitie onrechtmatig, maar het hof vindt dat in zaken waarbij jeugdzorginstanties zijn betrokken, terughoudend dient te worden omgegaan met het toestaan van het overleggen van dergelijke heimelijk gemaakte geluidsopnames. Dergelijke opnames stroken niet met belangrijke waarden als transparantie en vertrouwen. Kernwaarden die van belang zijn om tot een goede samenwerking te komen en in dit geval om hulp te kunnen verlenen in het belang van de betrokken kinderen.

In dit geval is niet gebleken dat door de ouders vooraf toestemming is gevraagd om opnames te mogen maken, en evenmin dat er door de ouders melding van is gemaakt. Dat de gesprekspartij van wie de opname niet afkomstig is, [D] , ervan heeft kunnen kennisnemen en de gelegenheid heeft gekregen om zich er over uit te laten, is evenmin gebleken. Bovendien mocht van de ouders worden verlangd dat zij op zijn minst hadden aangegeven welke stellingen zij met de overgelegde opname en transcriptie nader wilden onderbouwen, en in welk opzicht het materiaal voor die stellingen relevant is. Bij gebreke hiervan is het immers voor het hof en de overige partijen/belanghebbenden niet duidelijk waartegen men zich heeft te verweren.
Het hof komt al met al tot het oordeel dat de overgelegde transcriptie en geluidsopname niet zullen worden toegevoegd aan het dossier.

Harry Berndsen heeft gereageerd:

 

Tot en met de alinea met de vetgedrukte letters dwaalt het hof. De laatste alinea biedt mogelijkheden. Maar in die combinatie is het hof ook weer inconsistent. In feite staat er te lezen dat:

  • de gesprekspartij van wie de opname niet afkomstig is had moeten kunnen kennisnemen van de opname;
  • de gelegenheid had moeten hebben om zich erover uit te laten;
  • de ouders hadden moeten aangeven welke stellingen zij met de opname hadden willen onderbouwen;
  • ook, in welk opzicht het opname materiaal voor die stellingen relevant is;
  • als deze info aanwezig is wordt verweer mogelijk.

Als een geluidsopname aan deze eisen voldoet wordt deze kennelijk wel van toegevoegde waarde voor dossieropname en is de opname kennelijk niet onrechtmatig.  Dat strookt m.i. ook met de opmerking dat een heimelijk gemaakte opname in beginsel onrechtmatig zijn. Dat is juist voor zover degene die opneemt niet zelf aan het gesprek deelneemt.

Heel veel organisaties in Nederland, ook bij de overheid, maken geluidsopnames van telefoongesprekken voor trainingsdoeleinden en/of kwaliteitsverbetering zonder toestemming te vragen. Het wordt simpelweg medegedeeld. Ik meen dat het hof in dezen een positie inneemt van overbescherming van genoemde jeugdzorg instanties. Is er op dit punt jurisprudentie van de Hoge Raad?