Loyaliteitsconflict reden voor OTS

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>

De beoordeling

5.1.

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

5.2.

Er is sprake van een ernstig bedreigde ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] omdat zij klem zitten tussen de ouders. Deze situatie duurt inmiddels al te lang en de hulpverlening die vanuit het vrijwillig kader is ingezet is onvoldoende gebleken om het loyaliteitsconflict waar de minderjarigen in zitten, te verminderen. Het is nodig dat er regievoering komt vanuit de GI om de ouders weer in de juiste richting te krijgen, zeker nu het de ouders zelf onvoldoende lukt om constructieve afspraken met elkaar te maken. Het is belangrijk dat de ouders de komende periode onder regie van de GI gaan werken aan hun onderlinge verstandhouding, aan het wegnemen van het wantrouwen tussen hen en aan het verbeteren van hun onderlinge communicatie. De kinderrechter verwacht van beide ouders dat zij zich hiervoor actief gaan inzetten. De kinderrechter geeft de GI mee om samen met de ouders te gaan kijken hoe de omgang tussen de vader en de minderjarigen moet worden vormgegeven. De GI moet hierbij aandacht hebben voor het opbouwen van het contact tussen de vader en de minderjarigen zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken en op de wijze zoals is vastgelegd in de beschikking omtrent het provisioneel verzoek van de man, bij de rechtbank bekend onder zaak- en rekestnummer C/02/419913 / FA RK 24-1090. De kinderrechter verwacht dat de ouders met behulp van de GI flinke stappen vooruit kunnen zetten en vindt de door de GI verzochte duur van 12 maanden voor de ondertoezichtstelling reƫel.

5.3.

De kinderrechter zal daarom [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.


Ga terug