Op 19 mei 2014 schrijft KOG aan de Hoofdinspectie over afschaffen dossiers en gespreksverslagen door JBRA, en op 8 december nogmaals.

Aan de Hoofdinspecteur Jeugdzorg, mevrouw drs G.E.M. Tielen
Postbus 483
3500 AL Utrecht


Haarlem, 19 mei 2014


Zeer geachte mevrouw,

Van donateurs heeft stichting Kinderen-Ouders-Grootouders het bericht gekregen in twee doorgestuurde e-mails dat Bureau jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (JBRA) het dossier heeft afgeschaft:
“laat ik via deze weg weten dat JBRA niet met contactjournaals werkt en er geen verslaglegging is van casuistiekbesprekingen. Alle relevante informatie wordt opgenomen in het gezinsplan.”en
“Alle relevante informatie, waaronder gemaakte afspraken en besluiten die tijdens casuistiek genomen worden, worden opgenomen in het gezinsplan.”

Het is voor ouders hierdoor onmogelijk om in een stadium dat het nog van invloed kan zijn op het gezinsplan te achterhalen, of gebruikte informatie is verstrekt door een persoon of instantie die de verstrekte informatie uit eigen waarneming kan hebben gegeven, en of deze is weergegeven conform de intentie van de informatieverstrekker.

Graag vernemen wij uw visie hierop.

Met vriendelijke groet,



(drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)

In kopie aan het Ministerie van VWS
                       de wethouder Jeugd Amsterdam



Het antwoord van de Inspectie:

https://www.stichtingkog.info/media/Inspectie_2014__10-9.jpg

 

Aan de Hoofdinspecteur Jeugdzorg, mevrouw drs G.E.M. Tielen
Postbus 483
3500 AL Utrecht


Haarlem, 8 december 2014


Geachte Mevrouw,

Op 19 mei 2014 heeft stichting Kinderen-Ouders-Grootouders u een brief geschreven over de afschaffing van dossiers door JBRA, voorheen BJAA. Op 24 juni hebt u geantwoord.

Nu wij kennis hebben genomen van ‘Beroepsethiek als kompas in de jeugdzorg, een toelichting op de beroepscode jeugdzorgwerker’ (uitgave van de NVMW), zien wij een probleem. Op pag. 27 e.v. wordt aandacht besteed aan het dossier, met name aan de wettelijke verplichting een dossier aan te leggen.
Wilt u ons laten weten hoe deze wettelijke verplichting te rijmen valt met de afschaffing?

Hoogachtend,



(drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)