Op 22 juni 2016 heeft KOG een brief gestuurd aan het NIP (zelfde brief aan NVO), reacties 5 en 12 september, KOG reageert 15 oktober

Aan het Algemeen Bestuur van de NVO, Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht en
aan het Algemeen Bestuur van het NIP, Postbus 2085, 3500 GB Utrecht


Haarlem, 22 juni 2016


Zeer geacht Bestuur,

Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders informeert en ondersteunt ouders die te maken hebben of dreigen te krijgen met kinderbeschermingsmaatregelen. In dat kader hebben wij veel contacten, waarbij vaak de "onzichtbaarheid" van gedragsdeskundigen ter sprake komt. Bij deze brief treft u kopie van de brief van het Ministerie van Justitie aan stichting KOG d.d. 17 mei 2016. Deze brief deelt expliciet mee dat, afgezien van verzoeken tot gesloten plaatsing, de gedragsdeskundige die medeverantwoordelijk is voor rapporten van de raad voor de kinderbescherming of een gecertificeerde instelling meestal geen contact heeft gehad met de jeugdige en de ouders.

Het opstellen van rapportages is de verantwoordelijkheid van de jeugdbeschermer, en deze kan een beroep doen op de gedragsdeskundige bij het nemen van beslissingen. Zoals het Ministerie schrijft: "De gedragsdeskundigen zijn bij alle belangrijke beslissingen betrokken."

Kan de NIP-psycholoog of de NVO pedagoog/gedragswetenschapper een voldoende duidelijke beoordeling vormen van de zorgsignalen, het kindbelang, en de eigen kracht van het netwerk op grond van mededelingen van de jeugdbeschermer, in plaats van op grond van eigen gestructureerde waarnemingen, aan de hand van eigen wetenschappelijke beroepscriteria, met behulp van erkende evidence-based onderzoeksinstrumenten?
De psycholoog/pedagoog/gedragswetenschapper steunt dan slechts op mededelingen van bijvoorbeeld raadsonderzoekers. De interpretatie van zorgsignalen die langs indirecte weg zijn verkregen wordt bovendien bemoeilijkt door de informatie-verliezen die bij de gegevensoverdracht kunnen onstaan.
Draagt een NIP/NVO-lid in de functie van gedragswetenschapper op deze wijze voldoende bij aan de wettelijke opdracht van goed feitenonderzoek op het wettelijk vereiste deugdelijkheidsniveau van een geregistreerd academicus ?

Het NIP/NVO-lid draagt medeverantwoordelijkheid voor raadsaviezen die vaak zonder verdere kritische beschouwing omgezet worden in maatregelen. Sinds het congres Zorg om de Jeugdzorg in 2009 en alle daarop gevolgde evaluaties, blijkt dat menig rechter bij zijn beslissingen blind vertrouwt op de deugdelijkheid van de advisering van de raad voor de kinderbescherming. Ook nu gaat dat nog vaak zo. Tegelijk bevatten alle overheidspublicaties over de deugdelijkheid van de oordeelsvorming in de jeugdzorg een dringende aanbeveling tot meer scholing, zorgvuldiger diagnostiek, betere werkbegeleidng en registratie, betere clientenbescherming, zelfs het inmiddels ingevoerde tuchtrecht voor deze werksoort.

KOG is van mening dat de huidige werkwijze, waarbij het NIP/NVO-lid zich baseert op mededelingen van een niet wetenschappelijk gevormd medewerker van o.a. raad voor de kinderbescherming in plaats van op eigen onderzoek, een overbodig-verklaring en daarmee belediging is van (het werk van) pedagoog en psycholoog, en een bedreiging van gezinnen.

Graag vernemen wij uw zienswijze op deze kwestie.

 

https://www.stichtingkog.info/media/nvo_201609140001.pdf

https://www.stichtingkog.info/media/nip_201609140001.pdf


Aan de Directeur  van het NIP
Postbus 2085
3500 GB Utrecht

Betreft  uw brief d.d.12 september 2016, kenmerk pb1609-099


Haarlem, 15 oktober 2016


Geachte Mevrouw,

Dank voor uw reactie op de brief van Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders van 22 juni.

U schrijft dat van de NIP-psycholoog mag worden verwacht dat hij zich houdt aan de Beroepscode voor Psychologen, die hem de verantwoordelijkheid oplegt te werk te gaan op zorgvuldige, respectvolle en wetenschappelijk verantwoorde wijze. Hij dient zijn professioneel oordeel, ook als dat uitsluitend gebaseerd is op dossier-onderzoek, zorgvuldig te kunnen onderbouwen en motiveren.
Dit is voor ons enigszins geruststellend. Enigszins, omdat geen chirurg zal snijden uitsluitend afgaand op informatie van minder gespecialiseerde gezondheidszorgwerkers, en geen automonteur iets aan de motor doet zonder zelf een stukje met de auto gereden te hebben.

Stichting KOG zou graag zien dat er aandacht is in o.a. nascholing voor artikel 3.3 Jeugdwet. Dit artikel stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de aan de rechter aangeleverde deskundigenrapportages: volledigheid en betrouwbaarheid van bewijsmiddelen. De nieuwe Kinderombudsman prof. Margrite Kalverboer geeft in "Het belang van het kind in het Nederlands recht" de nog uit te werken algemene vragenlijst voor juridische besluitvormingsprocedures die de belangen van kinderen raken. Aandacht voor deze lijst zal zeker bijdragen aan de volledigheid en betrouwbaarheid.

Met vriendelijke groet,

Aan de Directeur van de NVO
Catharijnesingel 47
3511 GC Utrecht


Betreft uw brief d.d. 5 september 2016, kenmerk MP/rr/1609025


Haarlem, 15 oktober 2016


Geachte Mevrouw,

Dank voor uw reactie op de brief van Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders van 22 juni.

U schrijft dat NVO-pedagogen opgeleid worden "om te kunnen concluderen bij onvolledige of onzekere informatie omtrent een diagnostisch beeld en/of behandeling" en verderop in uw brief "een gedragswetenschapper zou dus in staat moeten zijn om de raadsonderzoeker of jeugdbeschermer adequaat van advies te voorzien, zonder de cliënt zelf gezien te hebben".
Dit is voor enigszins geruststellend. Enigszins, omdat geen chirurg zal snijden uitsluitend afgaand op informatie van minder gespecialiseerde gezondheidszorgwerkers, en geen automonteur iets aan de motor doet zonder zelf een stukje met de auto gereden te hebben.

U schrijft dat in het veranderende jeugdhulpveld gedragswetenschappers steeds minder cliëntcontact hebben. Het NIP deelt ons mee, dat  gedragsdeskundigen vaker dan voorheen ertoe besluiten nader onderzoek te doen en de jeugdige zelf te onderzoeken.
Wellicht is de snellere tevredenheid met uitsluitend dossier-onderzoek van VNO-leden dan van NIP-leden reden voor u tot onderzoek.

U besluit uw brief met de opmerking dat u graag mee denkt "over specifieke verbeterpunten in het stelsel".
Stichting KOG zou graag zien dat er aandacht is in o.a. nascholing voor artikel 3.3 Jeugdwet. Dit artikel stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de aan de rechter aangeleverde deskundigenrapportages: volledigheid en betrouwbaarheid van bewijsmiddelen. De nieuwe Kinderombudsman prof. Margrite Kalverboer geeft in "Het belang van het kind in het Nederlands recht" de nog uit te werken algemene vragenlijst voor juridische besluitvormingsprocedures die de belangen van kinderen raken. Aandacht voor deze lijst zal zeker bijdragen aan de volledigheid en betrouwbaarheid.

Met vriendelijke groet,



(drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)

 

In kopie aan het NIP en het Ministerie voor Veiligheid en Justitie

Bijlagen: brief aan KOG van NIP d.d. 12 september 2016
                brief van KOG aan NIP d.d. 15 oktober 2016