Aan de leden en plaatsvervangende leden van de CDA-fractie
in de Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Betreft: wetsvoorstel 32856 (… het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht)
Haarlem, 25 januari 2012
Zeer geachte Leden van de Tweede Kamer,
Ouderorganisaties Kinderen-Ouders-Grootouders, Ouders Zonder Omgang en Landelijke Organisatie Gezinsproblematiek Adoptie, zijn van mening dat het belang van openbaarheid en bescherming van de privacy van de burger het meest in balans zijn, indien de behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht principieel openbaar is. Dat deze slechts achter gesloten deuren kan plaatsvinden indien (een van) de rechtzoekende(n) een zwaarderwegend belang heeft in verband met zijn privacy of die van zijn kinderen.
De verantwoordelijkheid voor de eigen privacy wordt met dit wetsvoorstel ouders ontnomen.
Ouders èn kinderen zijn erbij gebaat dat de kinderrechter werkelijk rechter is, dus zich niet laat verleiden aan te nemen dat de zittingsvertegenwoordiger van Bureau jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming opkomt voor het belang van de kinderen en de ouders slechts hun eigen belang zien. De openbaarheid van rechtszittingen helpt de rechter onbevooroordeeld en zakelijk te zijn.
Wel zouden wij aan de rechter de bevoegdheid willen laten om, naar aanleiding van het behandelde, de openbaarheid van de zitting desgevraagd en bij uitzondering te beëindigen.
Het grote belang van de openbaarheid van rechtszittingen wordt algemeen erkend: de rechtsstaat verdraagt nu eenmaal geen duisternis. Het lijkt dan ook merkwaardig, dat ouders zouden moeten uitleggen waarom in “hun” geval een zwaarwegend belang ertoe leidt dat openbaarheid voorrang geniet boven bescherming van hun privacy, waarop zij dan kennelijk minder prijs stellen: openbaarheid dient juist het uitgangspunt te zijn. Bovendien zal een beroepsmogelijkheid moeten worden gecreëerd zoals de Raad van State al heeft aangegeven. De rechter verplichten dit zwaarwegende belang van de ouders te toetsen met de mogelijkheid van een hoger beroep belast de rechterlijke macht en kan leiden tot rechtsongelijkheid.
Wij zijn uiteraard graag bereid ons standpunt en voorstel mondeling nader toe te lichten. Namens de drie organisaties, met gevoelens van hoogachting,
(drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris KOG)