Ouders lastig voor school geen reden verlenging OTS |
3.7.2.
Het hof is van oordeel dat niet, althans niet in voldoende mate voldaan is aan de wettelijke vereisten van artikel 1:255 BW en overweegt daartoe het volgende.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt weliswaar van zorgen ten aanzien van de kinderen alsmede dat sprake is van een gesloten gezin waardoor weinig zicht bestaat op de gezinssituatie, maar niet is gebleken dat de situatie van [de minderjarige] dermate verontrustend is dat hij zodanig opgroeit dat hij ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De moeder en de stiefvader hebben onweersproken naar voren gebracht dat de kinderen geliefd zijn in het sportteam en ook de van de school afkomstige informatie is positief. Sinds de aanvang van de ondertoezichtstelling is behoorlijk wat tijd verstreken en de enige door de GI genoemde zorgpunten, te weten dat [de minderjarige halfbroer 1] en [de minderjarige halfbroer 2] op school erg op hun hoede zijn, dat zij als een soort spion alles naar de moeder en de stiefvader doorspelen en dat de stiefvader meerdere klachten heeft ingediend, zijn onvoldoende voor het aannemen van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. [de minderjarige] is bovendien al ruim 17 jaar en ten aanzien van hem onderneemt de GI niets concreets en is enkel op de achtergrond aanwezig.