Aan de hooggeleerde heer prof. dr N.W. Slot
Haarlem, 22 februari 2010
Zeer geachte heer,
In Trouw van 18 februari stond het artikel "Pas op voor consultatiebureau".
Het eindigt met: "Hoogleraar Slot vindt Pardoen een activist voor ouderbelangen. "In de jeugdbescherming is de nadruk terecht komen te liggen op het belang van het kind. Maar het is wel eens in strijd met wat de ouders vinden, en dat vinden zij niet leuk." "
Ik ga ervan uit dat Trouw u goed heeft geciteerd.
U maakt helder wat sommigen vermoedden: de consultatiebureaus, onderdeel immers van de Centra voor Jeugd en Gezin die op hun beurt voorportaal kunnen zijn van de bureaus jeugdzorg en gedwongen hulp, maken niet meer in de eerste plaats deel uit van de gezondheidszorg maar van de jeugdbescherming. Dat inzicht is winst.
Het citaat in zijn geheel stemt somber. U stelt ouderbelangen en het belang van het kind tegenover elkaar. Maar ouderbelangen staan niet tegenover het belang van het kind. Ouders komen op voor hun kind. Wat een consultatiebureau of jeugdbescherming in ruimere zin meent, "is wel eens in strijd met wat de ouders vinden". Dat betekent niet dat de ouders een ander belang nastreven dan het belang van hun kind; het betekent ook niet altijd dat de ouders ongelijk hebben, en de professionals gelijk.
U suggereert dat wel door "en dat vinden zij niet leuk". Deze formulering impliceert dat kritiek niet serieus genomen hoeft te worden. Wie te maken krijgt met veel klachten van ouders, zoals Ouders Online en stichting Kinderen-Ouders-Grootouders, vraagt zich af of er bij de samenleving in het algemeen en de rechterlijke macht in het bijzonder niet te vaak sprake is van te groot vertrouwen in jeugdbescherming. Verliezers klagen nu eenmaal?
Hier is meer aan de hand.
Dat blijkt overduidelijk uit bijvoorbeeld "uw" "909 zorgen, een onderzoek naar de doelmatigheid van de ondertoezichtstelling" (W. Slot / A. Theunissen):
"Anderen pleiten voor "¦ meer professionaliteit bij de gezinsvoogdij-instellingen. "¦ De gezinsvoogden wensen meer bijscholingsmogelijkheden. "¦ Dit vraagt om een betere opleiding van gezinsvoogden." (pag. 9)
"Maar zolang gezinsvoogden naar hun beleving onvoldoende toegerust zijn" (pag. 27)
"Samenvattend kan worden gesteld dat 28% van de jeugdigen uit de onderzoeksgroep van de ondertoezichtstelling vooruit gaat. 33% verslechtert en 38% blijft gelijk." (pag. 47)
"Hoe kan het volgens de gezinsvoogden beter? "¦Kwaliteitseisen aan gezinsvoogden stellen." (pag. 66)
"De opleiding tot gezinsvoogd is een zorgelijk punt. De SPH"s bieden veelal opleidingen met een brede basiskennis. Dat is niet genoeg om als gezinsvoogd aan de slag te kunnen. Bovendien komen veel gezinsvoogden uit andere opleidingen en uit minder verwante werksoorten. De opleidingsroute die de gezinsvoogdij-instellingen onder regie van Vedivo realiseren leidt een kommervol bestaan. Sommige gezinsvoogdij-instellingen zijn uit arren moede een eigen opleidingstraject begonnen en bij andere instellingen ontbreekt een systematisch aanbod." (pag. 82)
In dezelfde Trouw stond een artikel van prof. dr G.A.M. Groot "Waarom is een anonieme aangifte zo gevaarlijk?" Citaat: "in de afgelopen decennia hebben sociale instellingen veel politie-achtige bevoegdheden gekregen zonder zelf politie te zijn. Voor hen gelden die beperkingen in veel mindere mate, en zo dreigen de misstanden van de inquisitie alsnog langs de achterdeur binnen te komen. "¦ Hoe schrijnend het lot van talloze mishandelde kinderen ook mag zijn, de overheid is het aan haar eigen macht verplicht de grenzen van haar bevoegdheden zorgvuldig te bewaken."
Zolang de overheid de grenzen van haar bevoegdheden niet zorgvuldig bewaakt, toestaat dat sommige instellingen politie-achtige bevoegdheden hebben zonder de beperkingen die voor de politie gelden en zonder dat is vastgelegd wat de opleidingseisen van die instellingen zijn, zijn activisten voor ouderbelangen activisten voor gezinnen.
Hulde voor Justine Pardoen, hulde voor Ouders Online, hulde voor Trouw.
Hoogachtend,
In JGZ december 2011 staat een artikel Vroegsignalering van opvoed- en opgroeiproblemen bij peuters: Ontwikkeling en haalbaarheid van een gestructureerd interview.
In Zeeland is geprobeerd een instrument te ontwikkelen "voor vroegsignalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij peuters waarbij het perspectief en de ervaring van de ouder wordt gecombineerd met de expertise van de JGZ-professional".
Een instrument is goed, want over het niveau van medewerkers van sommige consultatiebureaus hebben wij bedroevende berichten gehoord. (Een kind dat 48 cm lang was bij de geboorte en niet 50, zoals de meeste kinderen, was na 3 maanden nog steeds 2 cm korter dan de meeste kinderen. Dit werd vertaald met: hij groeit niet. De ouders hebben geprobeerd het uit te leggen, maar zij hadden niet de indruk dat de boodschap begrepen werd.)
Wij zouden er toch de voorkeur aan geven als de overheid niet voortdurend met zijn neus in ons aller leven zat. Onder het etiket preventie wordt ons het hemd van het lijf gevraagd, en waarschijnlijk wordt er niet altijd geweldig verstandig omgegaan met de gegevens.
Vertel alleen wat u kwijt wilt, en ... is werkloosheid een risicofactor voor mishandeling? Dan bent u toch niet werkloos. Het staat u uiteraard altijd vrij te zeggen: hier wil ik niet op ingaan, ik wil alleen contact in verband met de gezondheid van mijn kind. Huisbezoek hoeft u absoluut niet toe te laten. Een kindje blijft 's nachts 2 of 3 x wakker worden voor een voeding? Wij komen wel bij u langs om samen een schema voor voedingen te maken. U zegt dan bijvoorbeeld: ik zal dat met mijn man bespreken, als u er niet zo van houdt te zeggen: ik wil geen huisbezoek.
Bij weigering van informatie geven of van huisbezoek maakt u zich uiteraard een beetje verdacht.
Citaat uit het artikel Vroegsignalering: "De jeugdgezondheidszorg heeft een preventieve, populatiegerichte aanpak en een hoog bereik, en volgt de kinderen longitudinaal. Hierdoor is de JGZ bij uitstek geschikt om op vaste momenten opvoed- en opgroeimogelijkheden met een gevalideerd meetinstrument vroegtijdig te signaleren. Gekozen is voor de leeftijd van 18 maanden omdat op dat moment de overgang plaatsvindt van zuigeling naar peuter. Vroegsignalering op deze leeeftijd moet zich zowel richten op vroege signalen van problemen rond hechting, gedrag en ontwikkelingsproblemen als op bestaande opvoedings-, gezondheids-, psychosociale en ontwikkelingsproblemen, en op mogelijkheden en vaardigheden van ouders en omgeving die nodig zijn voor de komende peuterperiode en eventuele tekorten op dat vlak."
Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling (LIRIK)
Herziene versie juni 2009
Ingrid ten Berge & Karin Eijgenraam © NJi
i.s.m. Landelijk Inhoudelijk Platform VIB
2
Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling (LIRIK)
Datum:
Naam kind/gezin:
Ingevuld door:
© Nederlands Jeugdinstituut, juni 2009
1. Huidige veiligheidssituatie
A. DIRECTE VEILIGHEID
Bedreiging door ouder(s)/primaire opvoeder(s):
Ernstige kindermishandeling
Onvoldoende bescherming
Onvoldoende basiszorg
Opvoeder niet beschikbaar
Ouder(s) belemmeren zicht op / toegang tot jeugdige
Bedreiging door jeugdige zelf
Bedreiging door ander gezinslid / derde, namelijk:
Zijn er vermoedens of aanwijzingen dat de jeugdige op dit moment fysiek in
gevaar is?
Toelichting:
B. OMGANG OUDER(S) - JEUGDIGE
ja nee onbekend
Zijn er concrete aanwijzingen voor:
"¢
Lichamelijk of psychisch geweld
"¢
Verwaarlozing
"¢
Seksueel misbruik
"¢
Getuige van huiselijk geweld
ja nee onbekend
ja nee onbekend
ja nee onbekend
Zorgen over opvoeding en verzorging:
ja nee onbekend
"¢
Bescherming en veiligheid
"¢
Basale verzorging
"¢
Emotionele warmte (ondersteuning)
"¢
Regels en grenzen
"¢
Stimulering
"¢
Stabiliteit
"¢
Anders, namelijk:
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
Als één of meer onbekend:
ouder geeft geen inzicht in eigen handelen
onvoldoende informatie beschikbaar
Zijn er aanwijzingen voor bedreigend handelen of nalaten van de ouder(s)?
Toelichting:
C. JEUGDIGE(N)
ja nee onbekend
"¢
Psychosociaal functioneren
"¢
Lichamelijke gezondheid
"¢
Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling
"¢
Anders:
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen onbekend
zorgen geen zorgen