De Hoge Raad stelt voorop dat de wettelijke regeling van het ouderlijk gezag erop neerkomt dat dit gezag ook bij uithuisplaatsing berust bij de met gezag belaste ouders. Bij een uhp in een pleeggezin hebben de pleegouders zeggenschap over de dagelijkse gang van zaken. Dus ook over uitstapjes en vakanties. Wel dient de GI ervoor te zorgen dat een omgangsregeling wordt nageleefd. Een uitstapje of vakantie kan botsen met een omgangsregeling. Alleen in dat geval moeten de pleegouders melden aan de GI, die kan weigeren of toestemming geven. De kwestie kan dan op grond van artikel 1:262b BW aan de kinderrechter worden voorgelegd door ouders, pleegouders en minderjarige van minstens 12 jaar. Een advocaat is verplicht.