Vechtscheiding: bijzonder curator |
4.1
Ter zitting is medegedeeld dat het hof de producties 1 ('reactie op verweerschrift') en 2 (een brief van de vader aan het hof) behorend bij het journaalbericht van de vader van 15 januari 2015 zal weigeren, aangezien hij daarmee zelf een extra termijn inlast en dit niet strookt met het principe van verplichte procesvertegenwoordiging. Het hof zal deze producties vanwege strijd met de goede procesorde buiten beschouwing laten.
Tussen partijen is in geschil of er een uitbreiding van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en [de minderjarige] dient te komen. In hoger beroep is niet in geschil dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden ([de minderjarige] gaat inmiddels naar school).
De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. De rechter neemt bij zijn beslissing alle omstandigheden van het geval in acht.
Ter zitting in hoger beroep heeft de vader betoogd dat het in het belang van [de minderjarige] is dat zij vaker bij hem is. ...
De moeder acht uitbreiding van de zorgregeling op dit moment niet wenselijk en niet in het belang van [de minderjarige]. Zij stelt dat het niet goed gaat met [de minderjarige]. Haar scores op citotoetsen zijn er erg laag en zij wordt drie keer per week begeleid (op sociaal-emotioneel vlak) op school. Vanwege het feit dat zij gediagnosticeerd is met ASS en ADHD, heeft zij veel stabiliteit en rust nodig. Ook stelt zij dat de vader, indien hij [de minderjarige] meer wil zien, eerst de vakanties wanneer hij haar bij zich mag hebben volledig dient te benutten. Bovendien is volgens de moeder de situatie onveranderd gebleven ten aanzien van het onderling niet kunnen afstemmen, zodat ook daarom uitbreiding niet aan de orde is. De moeder heeft het gevoel dat de vader haar in zijn greep wil houden.
Het hof overweegt als volgt. Ook het hof heeft moeten constateren dat het overleg over [de minderjarige] op ouderniveau verder is verslechterd en dat de kern van het geschil gelegen is in het conflict tussen partijen als ex-partners, zoals de rechtbank ook heeft overwogen in de bestreden beschikking. De strijd tussen de ouders loopt al sinds 2007 en duurt nog immer voort. Aan de ouders is al meerdere malen geadviseerd om een traject in te gaan om hun communicatie met behulp van professionele derden te verbeteren, elkaar in hun rol als ouder te respecteren en het onderlinge wantrouwen te reduceren. Kinderen kunnen na een scheiding verschillende signalen afgeven aan elk van de ouders, puur om hun loyaliteit jegens die ouder te uiten. In dat licht heeft het hof ter zitting ook medegedeeld het verzoek om het filmpje te tonen af te wijzen. Het hof acht ook het horen van de 9-jarige [de minderjarige] niet in haar belang. Wel is in dit kader de benoeming van een bijzondere curator aan de orde gesteld door het hof. Ook heeft het hof de ouders voorgesteld om het 'kinderen uit de knel' traject bij [C] te gaan volgen, nu dit er juist op gericht is om destructieve patronen tussen de ex-partners te leren doorbreken en constructieve patronen aan te leren, zodat zij weer leren samen te werken in het belang van hun kind(eren). Kinderen wordt hierbij door middel van creatieve activiteiten getoond dat zij niet de enigen zijn die in zo'n lastige situatie zitten en geleerd weerbaarder te worden. De vader heeft ter zitting (en herhaald bij brief van 30 januari 2015) uitdrukkelijk aangegeven bereid te zijn om hieraan mee te werken, maar de moeder heeft na de zitting bij brief van 2 februari 2015 laten weten dat zij het traject niet wenst in te gaan.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, leidt er naar het oordeel van het hof toe dat gezien de leeftijd en houding van de minderjarige tot nog toe, en de mate waarin zij door het ouderconflict belast is geraakt, allereerst bij haar navraag dient te worden gedaan over haar wensen en ideeën. Het hof zal derhalve een bijzondere curator benoemen als neutrale belangenbehartiger van [de minderjarige]. Het hof heeft daarbij tevens rekening gehouden met de persoon van [de minderjarige], zoals door de moeder verzocht, in die zin dat gekozen is voor een bijzondere curator, niet zijnde een advocaat, die een psychologische achtergrond en veel ervaring met kinderen in vechtscheidingen heeft, te weten de heer drs. [D] te [E].
Het hof verzoekt de bijzondere curator te onderzoeken of een uitgebreidere zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vader in haar belang is, en zo ja in hoeverre uitbreiding dient plaats te vinden, en hierover een verslag van bevindingen op te stellen. Vanzelfsprekend staat het de bijzondere curator vrij om desgewenst de ouders te betrekken bij de werkzaamheden en/of te bemiddelen tussen de minderjarige en de ouders.