Verlenging ondertoezichtstelling afgewezen

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>
5.5

Het hof overweegt als volgt. Een ondertoezichtstelling is een ingrijpende maatregel, waarvan de toepassing een inmenging in het gezinsleven van ouder(s) en kind betekent. Volgens vaste jurisprudentie is niet uitgesloten dat een ondertoezichtstelling gerechtvaardigd kan zijn wanneer het ontbreken van een omgangsregeling zodanige belastende conflicten of problemen oplevert voor het kind dat deze, op zichzelf of in combinatie met andere omstandigheden, een ernstige bedreiging opleveren voor zijn zedelijke of geestelijke belangen, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of naar verwachting zullen falen. In een dergelijk geval moeten aan de oplegging van de maatregel hoge eisen worden gesteld.

...

 

5.6

Het feit dat [kind A] en [kind B] al geruime tijd iedere vorm van contact met hun moeder categorisch afwijzen, acht het hof zonder meer zorgelijk. Dat geldt zeker nu de moeder hen voorheen altijd heeft verzorgd en opgevoed. Het risico dat de kinderen daarvan later een of meer ontwikkelingsproblemen zullen ondervinden zoals de GI aanvoert (zie 5.4), brengt evenwel niet zonder meer met zich mee dat in dit stadium kan worden gesproken van een ernstige en concrete bedreiging in de ontwikkeling van de kinderen. Uitgaande van de volgens vaste jurisprudentie geldende maatstaf (zie 5.5 eerste alinea), is de omstandigheid dat zich dergelijke problemen op latere leeftijd bij de kinderen mogelijk kunnen voordoen, daarvoor niet voldoende. Dat is evenmin het geval als de omstandigheden van het onderhavige geval, in het bijzonder de echtscheidingsproblematiek van de ouders, het verdriet daarover van de kinderen en hun gevoelens jegens hun moeder, in aanmerking worden genomen. De stelling van de GI dat sprake is van ouderverstoting c.q. oudervervreemding wordt niet door een officiële diagnose onderbouwd, zodat niet vaststaat of hiervan daadwerkelijk sprake is.

Gelet op het voorgaande en in aanmerking genomen dat het thans goed gaat met de kinderen en zij zich goed ontwikkelen, is niet voldaan aan de hoge eisen die aan oplegging van een ingrijpende maatregel als een ondertoezichtstelling worden gesteld. Ten tijde van het opleggen van deze maatregel in september 2018 was dat wellicht anders, toen het vooruitzicht van omgang met de moeder zelfs hevige fysieke reacties bij de kinderen, in elk geval [kind A] , veroorzaakte. Die situatie was ten tijde van de bestreden (verlengings) beschikking niet meer aan de orde zoals uit de stukken blijkt en de voorzitter van het hof tijdens het kindgesprek zelf heeft kunnen constateren. Gebleken is dat de kinderen een zeer turbulente tijd hebben beleefd na de scheiding medio 2018, maar dat zij zich nu in rustiger vaarwater bevinden en zijn gekalmeerd. Op school gaat het goed met hen, zowel cognitief als sociaal, en ook in de sport zijn ze (zeer) succesvol. Over de verzorgings- en opvoedingssituatie bij de vader bestaan op zichzelf geen zorgen en ook overigens zijn geen kindsignalen die oplegging van de maatregel in dit stadium rechtvaardigen, naar voren gekomen. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling niet aanwezig waren ten tijde van de bestreden beschikking en dat ook thans niet zijn. Dit betekent dat het hof de beschikking waarvan beroep zal vernietigen en het inleidend verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling zal afwijzen.

5.7

Dat laat onverlet de verantwoordelijkheid van beide ouders om te bewerkstelligen dat hun ernstig verstoorde onderlinge verhouding wordt genormaliseerd, teneinde zo de voorwaarden te creëren voor onbelast contact tussen de kinderen en ieder van beide ouders, en in het bijzonder contactherstel met de moeder. De sleutel daarvoor ligt in de eerste en belangrijkste plaats bij de ouders. Van groot belang is dat de ouders het advies van Altra zullen opvolgen en zich (onder meer) volledig zullen inzetten voor het traject bij Arkin, dan wel een andere hulpverleningsinstantie. Beide ouders hebben ter zitting toegezegd aan dit traject hun medewerking te zullen verlenen, ook als de ondertoezichtstelling niet wordt verlengd.


Ga terug