Verzoek van de raad tot beƫindiging gezag van moeder wordt aangehouden. De rechtbank overweegt dat er redenen kunnen zijn om het gezag niet te beƫindigen, ondanks dat aan de wettelijke grondslag daarvoor is voldaan.
Die ruimte is ontstaan door de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De rechtbank stelt vast dat het perspectief van de minderjarige duidelijk is en dat de moeder achter de plaatsing van de minderjarige in het pleeggezin staat. De rechtbank ziet geen reden om nu al te concluderen dat de moeder in de toekomst haar verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige niet op afstand en in het vrijwillig kader zal kunnen uitoefenen. Daarbij is het eveneens de vraag of de gezondheid en de ontwikkeling van de minderjarige zou worden geschaad indien de moeder het gezag behoudt. De raad wordt in de gelegenheid gesteld om met een updaterapport zijn verzoek nader te onderbouwen en de rechtbank daarbij nader te informeren over de situatie van de minderjarige, de moeder en de mogelijkheden in het vrijwillig kader en wat die betekent voor zijn verzoek
Ga terug