U hebt ook met een ots gewoon het ouderlijk gezag dat u voor de ots had. Dus u bepaalt of Pietje op voetbal gaat en naar welke school Marietje gaat. Of dat u gaat verhuizen.
Wel moet u doen wat de gezinsvoogd zegt over verzorging en opvoeding. Als u trouwens denkt dat de gezinsvoogd een verstandig en betrouwbaar persoon is, is er niets op tegen om voetbal, school of verhuizing met hem te bespreken. Maar als u daaraan twijfelt: niets zeggen, gewoon doen.
Op medische informatie heeft een gezinsvoogd uitsluitend recht in verband met kindermishandeling en voor zover noodzakelijk i.v.m. de uitvoering van de ots.
In tijdschrift FJR van november 2008 stond een artikel van professor Doek
De herziening jeugdbescherming: IVRK-proof?
Doek bekijkt een en ander tegen de achtergrond van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Dit Verdrag gaat boven de Nederlandse wet.
In het artikel staat: "Volgens art. 18 IVRK zullen de Staten hun uiterste best doen om de erkenning te verzekeren van het beginsel dat ouders de eerste en gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Om de rechten neergelegd in het Verdrag te waarborgen en te bevorderen zijn Staten gehouden aan ouders passende bijstand te verlenen bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden, en moeten zij de ontwikkeling van instellingen, voorzieningen en diensten van kinderbescherming waarborgen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de tekst van het Verdrag niet beperkt is tot ouders met problemen in de opvoeding van hun kind. De passende bijstand moet worden verleend aan alle ouders en is niet beperkt tot bepaalde terreinen "¦
Art. 27 IVRK bepaalt dat elk kind recht heeft op een levensstandaard die toereikend is voor haar/zijn lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het waarborgen van deze levensstandaard (naar vermogen en binnen de grenzen van hun financiële mogelijkheden). Staten nemen passende maatregelen om ouders te helpen dit recht op een passende levensstandaard voor hun kind te verwezenlijken. Zo daar behoefte aan bestaat voorziet de Staat in programma"s voor materiele bijstand en ondersteuning, met name wat betreft voeding, kleding en huisvesting. Hieruit mag o.a. worden afgeleid dat armoede van de ouders geen rechtvaardiging oplevert voor gedwongen overheidsingrijpen. "¦
Het is uiteraard belangrijk en wereldwijd gezien tamelijk uniek dat een minderjarige van 12 jaar of ouder in het kader van de OTS de bevoegdheid heeft een verzoek te doen:
- tot opheffing van de OTS (art. 261)
- tot wijziging of aanvulling van de doelen van de opgelegde OTS (art. 261)
- tot vervallenverklaring van een aanwijzing (art. 265a)
- tot het intrekken van zo"n aanwijzing (art. 265b)
- tot beëindiging of bekorting van de uithuisplaatsing of tot afzien van een overplaatsing (art. 265f)
- tot wijziging van een beslissing van de kinderrechter inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingsraken en/of de omgang (art. 265i)
- tot vervanging van de gezinsvoogd waarvoor de leeftijdsgrens van 12 jaar niet geldt (art. 44 lid 3 Uitv. Besl. WJZ).
Een indrukwekkende lijst van bevoegdheden. Maar ik vraag mij af hoeveel onder toezicht gestelde minderjarigen weet hebben van deze bevoegdheden."
En wij voegen daar nu na 2015 aan toe:
Allereerst beoordeelt de kinderrechter of de minderjarige wel ontvankelijk is in haar verzoek. Op grond van het nieuwe artikel 1:262b BW kan een minderjarige ouder dan twaalf jaar geschillen die de uitvoering van de OTS betreffen voorleggen aan de kinderrechter. Een geschil over de contactmomenten met familie valt hieronder. En: Een minderjarige van minstens 12 jaar kan de kinderrechter vragen om de benoeming van een bijzonder curator, en bij weigering zelfstandig in hoger beroep!
Veel gezinsvoogden zeggen (misschien denken ze dat het waar is), dat zij de beslissingen nemen. "Ik wil uw zoontje maandagmiddag spreken, dan gaat hij dus niet naar tennis." "Uw kind moet op voetbal." "Uw kind moet naar speciaal onderwijs, en ik beslis dat."
Een gezinsvoogd moet ouders controleren en ondersteunen bij opvoeding en verzorging, dat is heel iets anders dan de baas spelen. Maar let op de schriftelijke aanwijzing.
Een gezinsvoogd heeft niet het recht om informatie in te winnen bij artsen. Alleen als er een vermoeden is van kindermishandeling, en voor zover nodig voor de uitvoering van de ots.Zie op deze website
KOG-folder: Wat mag of moet een arts t.o.v. RvdK o.a.? Niemand is ook verplicht een gezinsvoogd een terugkoppeling te geven van een gesprek met een arts. Een gezinsvoogd die dit toch wil, moet u maar eens vragen waar toch deze "rechten" opgeschreven staan in wet- of regelgeving. Als een kind 16 is, kan hij zelfs een medische behandeling krijgen zonder toestemming van zijn ouders. Laat staan dat deze ouders in staat zouden zijn een terugkoppeling te geven! Zij mogen zelf niet eens iets weten als hun kind van 16 dat niet wil. In het Handboek Gezondheidsrecht van Leenen deel II, gezondheidszorg en recht, staat: "Sinds de invoering van de Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst is voor kinderen van twaalf jaar en ouder de situatie veranderd. Van de leeftijd van zestien jaar kan het kind zelfstandig een medische overeenkomst aangaan "¦ . Beneden die leeftijd is naast de toestemming van de minderjarige die van de ouder vereist (art. 7:450, tweede lid). "¦ " In de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst staat in artikel 457: 1. "¦ draagt de hulpverlener zorg dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt "¦ worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. 2. Onder anderen dan de patiënt zijn niet begrepen degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst en degene die optreedt als vervanger van de hulpverlener, voor zover de verstrekking noodzakelijk is voor de door hen in dat kader te verrichten werkzaamheden. 3. Daaronder zijn evenmin begrepen degenen wier toestemming ter zake van de uitvoering van de behandelingsovereenkomst "¦ is vereist. Artikel 458: gaat over de uitzonderingen hierop: uitsluitend statistiek of wetenschappelijk onderzoek.
De arts mag u inlichten tot uw kind 16 is. De wet zegt niet dat u wordt ingelicht om het door te vertellen.